
Dyslexie
Ongeveer 10% van de kinderen in Nederland heeft lees- en spellingproblemen.
Die kinderen zijn niet allemaal dyslectisch. Uit onderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan de vergoedingsregeling van dyslexie, is gebleken dat 3,6% van de kinderen ernstige, enkelvoudige dyslexie heeft. In een klas van ongeveer dertig leerlingen zit gemiddeld één kind met ernstige dyslexie.
Bij dyslexie verloopt het (leren) lezen en de spelling erg moeizaam, gezien de leeftijd, het onderwijsniveau, terwijl er sprake is van een veelal gemiddelde intelligentie. De lees- en spellingproblemen zijn ernstig en hardnekkig. De grote achterstand blijft bestaan ondanks een periode van extra, intensieve begeleiding op school.

Co-morbiditeit
Er is alleen sprake van dyslexie als andere factoren de lees- en spellingproblemen niet kunnen verklaren. Dyslexie kan ook voorkomen bij een andere stoornis, zoals ADHD, ADD of autisme. Dan is er sprake van dyslexie en co-morbiditeit. In dat geval beoordeelt een gespecialiseerd orthopedagoog-generalist of GZ-psycholoog of de achterstand veroorzaakt wordt door concentratie-, gedrags- of leerproblemen. Als dyslexie het hoofdprobleem is, kan er toch dyslexie worden vastgesteld. Ook als de concentratieproblemen ‘onder controle’ zijn en het kind kan voldoende profiteren van de behandeling, kan er toch worden aangemeld voor diagnostiek en/of behandeling. In dit geval is er vaak een verklaring nodig van de behandelend psychiater.

Dwaalwegen
Het is heel hard werken voor een kind met dyslexie om te leren lezen en schrijven. Het vereist behoorlijk veel inspanning van kind, ouders, school en de zorg om dit vol te houden. Gelukkig zijn de meeste kinderen doorzetters en zetten ouders, school en behandelaars alles op alles om ervoor te zorgen dat het leren lezen leuk blijft en dat er uiteindelijk bereikt wordt dat het kind kan om gaan met de dyslexie en er niet meer door wordt belemmerd in zijn (leer)ontwikkeling.

Kenmerken
Het belangrijkste kenmerk van dyslexie is dat er een hardnekkig probleem is bij het aanleren en/of vlot toepassen van het lezen en spellen op woordniveau. Kinderen met dyslexie hebben veel extra oefening nodig om het (technisch) lezen en de spelling onder de knie te krijgen.

Oorzaken
De precieze oorzaak van dyslexie kennen we nog niet helemaal, maar het is wel duidelijk dat het zich afspeelt in de hersenen. Ook is het duidelijk dat het gaat om een taalvaardigheidstekort waarbij de klankverwerking centraal staat. Het lijkt erop dat de gebieden die verantwoordelijk zijn voor de koppeling van klanken aan letters niet voldoende snel en efficiënt werken.

Typecursus
Een typediploma is voor elk kind met dyslexie een must. Het heeft veel meerwaarde wanneer er een laptop of computer (met eventuele software) kan worden ingezet.
Onze ervaring is dat de meeste kinderen, ondanks hun dyslexie, prima een typediploma kunnen halen. Wij adviseren dan ook om, veelal na de behandelperiode, te starten met een typecursus. Afhankelijk van de motivatie van het kind en de motorische handigheid, is starten met een typecursus aan te raden vanaf groep 6.

Wat is dyslexie?
Dyslexie betekent letterlijk: niet kunnen lezen. Bij dyslexie kunnen zowel lees- als spellingsproblemen voorkomen, maar deze komen ook los van elkaar voor. Officieel wordt dyslexie in Nederland aangeduid met deze definitie:
“Een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.” (SDN, 2008)