Het is heel hard werken voor een kind met dyslexie om te leren lezen en schrijven.
Het vereist behoorlijk veel inspanning van kind, ouders, school en de zorg om dit vol te houden. Gelukkig zijn de meeste kinderen doorzetters en zetten ouders, school en behandelaars alles op alles om ervoor te zorgen dat het leren lezen leuk blijft en dat er uiteindelijk bereikt wordt dat het kind kan om gaan met de dyslexie en er niet meer door wordt belemmerd in zijn (leer)ontwikkeling.

Sommige therapeuten of aanhangers van bepaalde theorieën beloven dat dyslexie overgaat. Niet alle behandelvormen die worden aangeboden, worden ondersteund door wetenschappelijk onderzoek.
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat therapieën die taakgericht zijn, dat wil zeggen gericht op het oefenen van het lezen en de spelling zelf, effectief zijn. Bovengenoemde therapieën kunnen wel een therapeutisch effect hebben, dat wil zeggen dat ouders en kind zich gehoord voelen en weer hoop krijgen. Er is echter slechts zelden een daadwerkelijk effect op het lezen en schrijven zelf.

Voorbeelden van therapieën die niet taakgericht zijn:

  • Beelddenken (Davismethode)
  • Speciale en gekleurde brillen of oogtrainingen
  • Voedingssupplementen, zoals visolie
  • Muziek- en luistermethode (Tomatis)
  • Edukinesiologie
  • Touwtje springen